Vanaf zijn twintigste wijdde hij zijn leven aan de kunst. Hij schilderde figuratief, maar niet realistisch. Het ging hem niet om het overbrengen van emoties of sfeer. Zijn werk gaat over vorm en kleur. Daarom kiest hij regelmatig voor dezelfde onderwerpen. Hij abstraheert wat hij ziet tot elementaire vormen en kiest voor ritmische patronen en experimenteert met kleurschakeringen.
Zijn invloed op latere kunstenaars is groot. Zij nemen zijn stripachtige vormgeving over en zijn gebrek aan diepte. Daarin is een overeenkomst te zien met Matisse en Cezanne.
Hij leefde in armoede. Zijn vrouw verdiende wat met handwerken, hij verkocht amper werk.
Pas na 1940 kreeg hij een mecenas in de vorm van een koopman die regelmatig werk van hem kocht.
Na de dood van zijn vrouw, gevolg van de ontberingen, leefde hij samen met een jongere tekenlerares.
Het accent van de tentoonstelling ligt op zijn werk tussen 1930 en 1940, omdat hij in die periode zijn beste werken maakte.
BRUSSELMANS VOOR ZIJN ZEEGEZICHT. |
Kenmerkend zijn de strakke opbouw, de gedempte kleuren en de merkwaardige weergave van de golven. |
Dit zeegezicht met regenboog is een ouder werk. De golven komen overeen. |
No comments:
Post a Comment