My Blog List

Thursday, August 30, 2012

SARKIS EN MARJAN TEEUWEN IN ROTTERDAM

Marjan Teeuwen heeft een naam opgebouwd met haar foto's waarop te zien is hoe zij slooppanden 'aankleedt'  met gips- en pvc-platen en sloopresten. Daardoor ontstaan onverwachte doorkijkjes die een bepaalde schoonheid hebben. In Rotterdam heeft ze de gelegenheid gekregen om in 4 pandjes in de Putse Bocht naar haar hand te zetten. De panden waren te bezoeken en roepen bij bijna alle bezoekers de behoefte op om zelf als fotograaf op te treden. De kunstenares genoot zichtbaar van het grote aantal bezoekers en de bewondering die op alle gezichten te lezen was.  






SARKIS IN DE ONDERZEEBOOTLOODS

Sarkis Zabunyan (1938, Istanbul) leeft en werkt in Frankrijk. Hij maakt vooral installaties, waarbij het publiek uitgenodigd wordt tot activiteit. Zijn thema is lange tijd oorlog geweest. De eerste keer dat hij de loods bezocht dwarrelde er sneeuw naar binnen. Dit beeld heeft hij terug willen halen. Zijn eerste installatie brengt de associatie met sneeuw snel naar boven door de duivenveren die op de fietsen en de grond aanwezig zijn.

In het midden van de cirkel is een lange buis waarvan de buitenkant ook beplakt is met veren. 
bovenin bewegen twee elementen op de ademhaling van de kunstenaar. Als het donker is, geven ze licht .

De fietsen zijn een herinnering aan het witte fietsenplan dat de provo's in Amsterdam realiseerden in 1965. De bezoekers worden uitgenodigd  om de fietsen te gebruiken om in de loods rond te rijden.



 Een plateau met daarop een carillon wordt omring door hoge, kaarsrechte boomstammen. Bovenin hangen de klokken van het klokkenspel. De muziek is van John Cage: Litany for the Whale(1980).
De associatie duikboot-walvis is gauw gelegd. Aardig is het bankje dat opstijgt naar de klokken.



Een ouder werk uit de jaren 80 gaat terug op het schilderij Toteninsel van Arnold Boeklin. De mast is omgeven door muziektape, waarop de opera Lulu is opgenomen. In de boot liggen  de letters van het woord Kriegschatz in tl-uitvoering als kritiek van Sarkis op de musea die voorwerpen of werken tonen zonder hun context te presenteren.

De drie hallen hebben elk hun eigen kleur, veroorzaakt door kleurfolie die op de ramen is geplakt.
Blauw is in zijn ogen de kleur van water en lucht, het geestelijke en het goddelijke, van sprookjes en fabels. Nachtblauw is ook de kleur van de dood.

Rood is de kleur van het leven, van vuur en warmte en van liefde en hartstocht, van onrust en opwinding.  Geel is volgens Sarkis een spirituele kleur en staat voor wijsheid, voor creativiteit en fantasie. Goudgeel verwijst naar het hoogst bereikbare:onsterfelijkheid.

Wednesday, August 22, 2012

ROBERT ZANDVLIET IN HET GEM

Robert Zandvliet heeft een groot overzicht van zijn laatste werk in het Gem in Den Haag.
Hij heeft zich laten inspireren door werken die hij bewondert. Hij heeft er geen kopie van gemaakt, maar de verfstreek, de compositie, het gebruik van de drager, etc bestudeerd en dat toegepast in zijn eigen werk. De titels van de oorspronkelijke werken heeft hij gehandhaafd. De expositie geeft mij een dubbel gevoel. Enerzijds wil je je kennis testen en de oorspronkelijke schilders herkennen in de werken, anderzijds hangen er zo vele werken dat ze elkaar lijken te verdringen, vooral door de enorme formaten. Het werk van Zandvliet is zo goed, dat je het best er een tegelijk kan zien en dat lukte nu niet.
Voor mij de beste werke zijn:
                                                                       Korenveld met kraaien
                                                                     Lavender Mist
                                                                          Schelp

Winter bij Jouswier

                                                              Tasca della graccia

                                                                  Pier and Ocean

FIGUURLIJK IN MUSEUM HILVERSUM



Het onderwerp van dez tentoonstelling is de menselijke figuur in dehedendaagse beeldende kunst.
De keuze is beperkt tot in Nederland werkende kunstenaars. In een ruime rustige opstelling zien we visies op de hedendaagse mens zich bewegend tussen uitersten: dood-leven, realistisch-gedeformeerd,
kwestbaar-wreed, werkelijk en symbolisch.
Levi van Veluw(1985) gebruikt zichzelf als 'doek, hij beplakt zichzelf met alle mogelijke materialen.
De grens tussen object en subject verdwijnt maar niet helemaal omdat zijn contouren herkenbaar blijven.


Elisabeth Stienstra(1967) maakt beelden die zij uit een blok hout maakt.De vrouw staat centraal.
Virgin of light gaat terug op de vruchtbaarheidsgodinnen, de sheela-na-gigs, in een moderne variant.

Bruid. Het zijaanzicht maakt duidelijk dat we drie fragmenten zien van een vrouw die zich uitkleedt.
Ze trekt haar blouse uit, haar hemd, maakt haar beha los, stapt uit haar panty en wil haar slip uittrekken.
Een ongelooflijk mooi beeld.
Amie Dicke(1978) is vooral bekend door haar aanpak van modefotografie. Ze snijdt veel weg en houdt alleen de neergaande lijnen over. Hierboven heeft ze een klassiek vrouwenbeeld in de s-houding met verf bewerkt om ook hier de schoonheid te bevragen. Wat is de essentie van vrouwelijk schoon?

Micha Patiniott(1972) schildert absurdistische beelden. Back and Forth(2009) spreekt voor zichzelf.

Folkert de Jong(1972) maakt zijn beelden van o.a. piepschuim.Hij gebruikt vrij elementen uit de (kunst)geschiedenis om zo commentaar te leveren op wat de mens bezielt: macht, weemoed, hebzucht en verborgen driften, New Deal(2011) toont een man met een hoofd ontleent aan de oudheid en een lijf dat lijdt. Het gaat terug op het verhaal van Atlas. Dez eis te oud om de wereld nog te dragen. op zijn rug begint een nieuw leven in de vorm van stekelige brandnetels.
In dit beeld zien we een gezicht dat teruggaat op koningin Emma, hier in een circuspakje. Een duidelijk commentaar op het mediacircus rondom de koninklijke familie.
Femmy Otten(1981) maakt reliefs van mensen uit haar omgeving(vaak haar zus). Deze brengt ze aan op de wand en schildert er van alles omheen. Ook zij grijpt terug op de kunstgeschiedenis. Dit werk,
Yellow Minutes(2010-2012) roept associaties op met Griekse of Romeinse beelden. De fallische slangen die uit de figuren groeien, maken het beeld geheimzinnig en doen bewust afbreuk aan de schoonheid.
Guido Geelen(1961) werkt met klei. De Anatomische Les(2006) toont een in stukken gesneden lichaam  waarin laboratoriumbuisjes staan met bloemen erin. Een soort modern Vanitasbeeld.

Juul Kraijer(1970) werkt met inkt, houtskool en fotografeert. Altijd zijn de figuren ontleent aan haar eigen persoon. Ze zijn surrealistisch door de mutaties die de vrouwen ondergaan. Ze worden dier of plant terwijl het menselijke element aanwezig blijft.
Karen Sargsyan(1973) knipt en plakt en bouwt theatrale scenes. De werken ogen op he teerste gezicht vrolijk, maar de figuren zijn verwikkeld in een strijd om hun bestaan. The Superstring Theory(2012)
geeft commentaar op de strijd in de wetenschap die de mens wil laten passen in een mal. Verzet daartegen is moeizaam, er vallen mensen van hun voetstuk en er rollen koppen.
Katinka Lampe (1963) werkt met kinderen. Ze laat hen opmaken en voorziet ze van attributen die niet bij hun leeftijd passen. Ze fotografeert de modellen en zoekt dan uit hoe ze hen op doek vereeuwigd.
De blikken zijn bepalend. De werken zijn fascinerend omdat onschuld bevraagd wordt.
Marijn Akkermans(1975) maakt tekeningen en collages. De werken zijn op groot formaat en hebben altijd iets ongemakkelijks. Is deze man een cader die zijn zoon in bescherming neemt of heeft hij andere bedoelingen?
Rosemin Hendriks(1968) neemt foto's van vrouwengezichten(vaak van zichzelf) als uitgangspunt voor haar grote tekeningen. Toch zijn het geen zelfportretten, maar beelden van krachtige vrouwen, waarbij in de tekening altijd iets zit, waardoor de kijker zich bewust wordt naar een tekening en niet naar een portret te kijken.
Roald Ophuis(1968) schildert voorstellingen die verbonden zijn met leed en agressie. op zijn reizen naar gebieden waar (burger)oorlogen zijn geweest, hoort hij verhalen. Op grond van die verhalen reconstrueert hij met modellen deze verhalen, fotografeert deze en gaat dan aan het werk. Onschuld en schuld spelen een geraffineerd spel in dit Girl with a Gun(2011.).

Een prachtig portret van een War Story Teller, geschilderd op papier.
Sidi El Karchi(1975) maakt portretten, vaak zelfportretten, zoals dit (Zelfportret als Max Baumann)
of als The Maroccan. Door zichzelf steeds in een andere gedaante af te beelden, doet hij aan zelfonderzoek. Tegelijkertijd maakt hij duidelijk dat een mens vele kanten heeft.

Thom Puckey(1948) maakt marmeren beelden die klassiek lijken. Veelal jonge meisjes met  wapens omringd

Tuesday, August 14, 2012

ANTOINE DAGATA IN FOTOMUSEUM DEN HAAG

 Het zijn heftige scenes die Dagata met zijn camera vastlegde. Al jong maakte hij furore als Magnum fotojournalist. Hij noemt dat werk zijn dagwerk. zijn vrije werk is de nacht. Hij zoekt de plekken op waar de ontaarding te vinden is in de sloppenwijken in Zuid Amerika en Azie. Om de foto's te kunnen maken stort hij zich in het armzalige leven waar drugs en seks de dienst uitmaken. Door met de camera te bewegen, gebruik te maken van het zeldzaam aanwezige licht ontstaan beelden die je niet wil zien en tegelijkertijd fascinerend zijn. 

                                                                       Zelfportret.



BERLINDE DE BRUIJCKERE IN DE PONT

Museum de Pont heeft twee prachtige werken van Berlinde de Bruyckere in de collectie. Nu zijn nieuwe beelden van haar te zien samen met de schilderijen en tekeningen van Philip van den Berghe.  Op het eerste gezicht lijken het lijken op snijtafels. Dichterbij zijn wel benen en armen te ontdekken, maar uit de karkassen steken hertengeweien. Het zijn fraaie en tegelijkertijd gruwelijke beelden, die helaas niet de kracht hebben van de oudere werken. Daar hing een soort wanhopige passie omheen en nu zijn het kille, afstandelijke werken.

Eigenlijk is het verwonderlijk dat de werken van Van den Berghe in Nederland niet eerder te zien waren. De doeken zijn sterk en veelgelaagd.  Berlinde voelt een sterke verbondenheid met het werk. Volgens haar komen beider thematiek overeen: het vergankelijke en het religieuze.
Dat zal best, alleen zien ik het niet aan deze abstracte werken af. De doeken zuigen je blik op en laten je dwalen en je ontdekt steeds nieuwe elementen alsof je naar een heldere sterrenhemel kijkt in de Rocky Mountains. Later is Philip steeds meer op papier gaan werken en is het beeldend element verdrongen door woorden. Daarmee hangen de kleine ruimte