GLASHARD Graffiti Kunst Schiedam

Het Stedelijk Museum Schiedam wordt verbouwd. Dat betekent dat het museum elders exposities organiseert. Zo is er nu in de voormalige Glasfabriek Schiedam een aantal werken te zien van kunstenaars die een verleden hebben mingraffiti en/of street art. De meeste werken zijn in situ (op de plek) gemaakt.

Twee kunstenaars maakten werken die geïnspireerd zijn door de vroegere activiteiten in de hallen.

Jeroen Jongeleen(1967) maakt tegenwoordig zijn kunstwerken door hardlopen. Op het terrein van de glasfabriek heeft hij een paar honderd groene bierflesjes in een cirkel opgesteld en is 4 uur gaan rennen zodat alleen glasgruis overbleef.

De video is door het museum aangekocht.

JOB WOUTERS(1980) creëerde een viertal inktvissen en een verzameling fantasie glaceren.

GUIDO DE BOER (1988) maakt grafisch werk. Hij houdt ervan de letters zo op te rekken dat ze  moeilijk te lezen zijn.

ST4 is een duo uit Tunesië dat letters zo in elkaar schuift dat er een bijna abstract geheel  ontstaat.

JEROEN EROSIE (1976) is opgeleid in kalligrafie en ontwerp.

                                    Hij is geleidelijk aan tot abstracte werken gekomen.

DAVID BRUCE (1977, VS) werkt graag met sloophout dat hij gebruikt voor zijn werk, waarna hij het beschildert.

MOMO (1974, VS) is wereldwijd bekend door zijn murals.

NASIF LAPOLUSSA(1990) Afgestudeerd op illustratie en nu maker van  goede abstracten.

DAAN BOTLEK werkt met eigen gemaakte schilderapparaten.
Ze zien er heel klungelig uit, maar ze doen wat hij wil. In Rotterdam zijn grote  murals te vinden.

DOMINIQUE LATOU (1980) krijgt vaak opdrachten van bedrijven,  daarnaast  maakt hij graag street art in opdracht.

MERIJN & JURRIAAN HOS. De twee broers werken vaak samen. Merijn is filmer en Jurriaan designer.
Hun digitale video's kennen een fenomenaal kleurgebruik.

voorkant MARTI SAW
zijkant YANN L'OUTSIDER

YAN L'OUTSIDER(1984, Fr). Hij noemt zich liever Bretagner.
Naast muurschilderingen , waarin hij letters gebruikt die moeilijk te lezen zijn.
Daarnaast is hij op canvas gaan werken en dat levert prachtige werken op die bijna erotisch zijn.

RALPH ROELSE (1984) werkt als volgt: hij vindt bij de sloop voorwerpen waar hij mee  wil werken.
Hij bewerkt ze met verf en zoekt dan een plek (soms plekken) waar de elementen iets toevoegen.
Daarna fotografeert hij deze en dat is het werk waarmee hij naar buiten treedt.

ANTIGOON werkt als web-designer en als kunstenaar. Hij gebruikt machines om de werken te maken, plotters en krijt en potlood maken wat hij heeft geprogrammeerd, alleen komt er soms iets heel anders tot stand. Dat zijn kadootjes.

THOMAS & JURGEN hebend samen een designbureau in Rotterdam.

Als ontspanning experimenteren ze met verf. En dat wordt gewaardeerd en leidt weer tot nieuwe opdrachten. Voor Glashard namen ze drie ramen, die schilderden ze zwart en met sjablonen veegden ze de verf weg met prachtig resultaat,

SAID KINOS (1988) werkt vanuit Rotterdam. Hij gebruikt nog steeds letters, maar  louter als vorm.
Hij stelt dat hij in Schiedam uit zijn 'comfortzone' stapte en zich vernieuwde in het kleurgebruik.

Magnetisch Noorden in de Kunsthal Rotterdam

In het begin van de twintigste eeuw vormden een aantal kunstenaars de Group of Seven (1910- 1940). Zij zagen de kunstenaar als ontdekkingsreiziger. Ze voegden de daad bij het woord en togen met elkaar naar de ongerepte gebieden in Noord-Canada. De bossen van Noord-Ontario, de oevers bij de grote meren in het oosten, de Rocky Mountains in het westen en de ijsgebieden in het Noorden. Ze reisden met treinen naar het laatste station en sliepen in een leegstaande wagon of in de natuur.

Voor het eerste is in Nederland de landschapsschilderijen van deze kunstenaars te zien.

Hun werk is interessant omdat ze elkaar uitdaagden om de natuur niet zozeer naturalistisch te schilderen maar te streven naar een eigen Canadese stijl. We zien expressionisme en abstraheringen en experimenten in perspectief en compositie. Op hun werken zijn geen mensen te zien om geen afleiding te hebben in het beleven van de landschappen. 

De kern van de groep bestond uit Tom Thomson, Lawrence S. Harris, A.Y. Jackson en Emily Carr.

Twee andere leden, J.E.H. MacDonald en  Frederick Varley,waren in Europa geschoold en bekend met de nieuwste stromingen: impressionisme, expressionisme, pointillisme, etc.

Tom Thomson (1877 -1917) was veruit de actiefste kunstenaar (en autodidact) van de groep. Eigenlijk was hij een voorloper, want hij stierf voordat de groep werd opgericht. Hij maakte enorme tochten door Ontario en schilderde ter plekke op karton kleine werkjes die hij in zijn atelier op groot formaat uitwerkte.

Vooral zijn atmosferisch kleurgebruik viel in de smaak.

Hij had contact met latere leden van de Group. Tussen 1914 en 1917 werkte hij als 'boswachter' in het Alconquin Park. Daar maakte hij meer dan 300 kleine werkjes. Tijdens een kanovaart is hij omgekomen. Het mysterie van zijn dood is nog niet opgelost: ongeluk., zelfmoord, moord?

TOM THOMSON AUTUMN GARLAND 1915

De meest interessante vond ik Lawrence Harris (1885-1970). Zijn geabstraheerde vormen maken de werken spannend om naar te kijken, ook door kleur en compositie.

LAWRENCE HARRIS BEAVERS POND 1923?

MINERS HOUSES IN GLACE BAY 1925

NORTH SHORE LAKE 1926

ONTARIO HILL TOWN 1926

ICEBERG  1930

MOUNT LEFROY 1930

GROUNDED ICEBERGS 1931

J.E.H. MacDONALD (1873-1932) BEAVER DAM 1919

Van diverse kanten kwam er kritiek op hun werk: de inheemse volkeren zijn niet door hen geschilderd, terwijl ze die onvermijdelijk hebben ontmoet. Die volkeren leefden in de natuur.

Emily Carr (1871-1945) schilderde wel beeldhouwwerken die de inheemsen maakten. Zij kreeg het verwijt dat ze zich deze toe-eigende  door ze te schilderen. Vreemd dat mensen met zulke opmerkingen komen. Een kunstenaar schildert wat hij/zij wil vastleggen. 

EMILY CARR BLUNDEN HARBOR 1930

BIG RAVEN 1931

EMILY CARR  RED CEDER 1938

REFOREST STATION 1936
De houtkap zorgde voor ontbossing. Daarom is men al vroeg in Canada aan herbebossing gaan doen.

FRANKLIN CARMICHAEL (1890-1945) A NORTHERN SILVERMINE  1930

NICKLE BELT  1928

 

KLEUREN TONEN in Gorcums Museum

Het Gorcum Museum heeft vaak goede tentoonstellingen met verrassende werken. De aanleiding voor een expositie is niet een vaag idee of een engelse zin, maar lekker concreet: zwart-wit, zelfportretten, glas, geluid en nu dus Kleuren Tonen. De kleur staat centraal en zorgt voor een herkenbare indeling, want per kleur. 

We onderscheiden kleuren door de specifieke trillingen die onze ogen opvangen. Elke kleur heeft eigen trilling. Kleuren onderscheiden we op verschillende manieren. De belangrijkste kleurentheorie is in de 19e eeuw uitgewerkt door de Oostenrijker Johannes Itten. Hij construeerde de kleurencirkel:

We zien de lichte kleuren boven en de donkere aan de onderkant. Rechts staan de warme kleuren: rood, oranje en geel. Links staan de koele kleuren: blauw, groen en violet.

De complementaire kleuren liggen tegenover elkaar: rood-groen; blauw-oranje; geel-paars.

Een andere indeling is ongemengd, gemengd(2 primaire kleuren) en gemengd (3 kleuren)

Primair zijn in de schilderkunst: rood, geel, blauw.

Secundaire kleuren: oranje paars, groen

Tertiaire kleuren:dat zijn alle andere kleuren.

Probeer ze allemaal maar te benoemen in onderstaande foto:

De tentoonstelling begint met de 'niet kleuren': Zwart en Wit.

UMBERTO MARIANI

JOHANNES SCHOONHOVEN

Tijd voor de primaire kleuren: Rood, Geel en Blauw .

 HANS KOETSIER TUIMELAAR 1970

                                                

MARCO VAN TRIGT ICOON

Het traject brengt je vanzelf van de ene kleur naar de andere 

Het 3d-beeld van Bart Eysink Smeets kijkt naar een werk van 

                                    BRAM BOGART  (1921-2012)

BARBARA NANNINGA(1953) GALAXY 2005
Zij is een van de beste keramisten in Nederland, ze werkt ook met glas.

 

WILLEM HEESEN (1925-2007)GELE GLAZEN THEEPOT 1995

BART EYSINK SMEETS (198

YVES KLEIN (1928-1962) 
DE BLAUWE AARDE 1957
Klein werkte graag met blauw, hij zag dit als de kleur van de schepping en dus van de goden.
Het diepe ultramarijn dat hij gebruikte is nu naar hem genoemd: Blue Klein.

AGRIEBORZ 2010 (3D

NICK ERVINCK(1981, B)

FABRIZIUS2 (1981, KAZ) 
PUMKT WEISS IN KOBALT BLAU (2021)
Tegenwoordig wonen en werken de tweelingzusjes in Duitsland.Ze maken abstracte werken en onderzoeken kleuren en vormen.Ze werken tegelijk aan een werk. De een schildert over de ander haar werk, zo ontstaat er een diepte  en een ongelijkmatig patroon.

Als overgang is de zaal tussen de twee andere zalen in het duister gehuld. Een rij zuilen verkleuren door bewegingen van mensen. Bijna alle secundaire en tertiaire kleuren komen langs.

TAMAR FRANK (1974)

De secundaire kleuren : Groen, Paars en Oranje.

JAN MAARTEN VOSKUIL (1964)
IMPROVED DYNAMIC MONOCHROME GREEN 2015
Zijn werk is abstract en monochroom. Hij maakt '3d' schilderijen. 

GUIDO GEELEN (1961)
Fragment van een titelloos werk dat langzaam aan het barsten is door de zwaartekracht

CARLIJN OLDE BEVERBORG

 CARWASH PROJECT

Zij noemt zichzelf een designer. Ze maakt allerlei 'meubels' van bijv. droogzeemlinten.

MARTIN COPIER (1966)
V2018i

THOMAS TRUM (1990)
FOUR LINES