Meret Oppenheim (1913-1985,BRD) ging met een vriendin naar Parijs om daar naar de kunstacademie te gaan. Ze leerde snel kunstenaars, Giacometti en Arp, kennen en raakte snel in de groep surrealisten. Zij maakte veel indruk met haar durf en originaliteit. Man Ray maakte met haar een beroemde fotoserie:
Vanaf 1936 legde zij zich toe op het maken van objecten. Haar collega- kunstenaars waren zeer onder de indruk van haar werk Le Dejeuner en Fourrure (1936):
Dit werd een icoon voor het surrealisme. Later heeft ze op verzoek nog een paar kopieën gemaakt.
De beroemdheid en de druk die haar werd opgelegd, zorgde ervoor dat ze terug ging naar Basel om in d luwte te werken. Het originele object werd direct aangekocht door het Moma in New York.
Het verhaal gaat dat Picasso haar op het idee bracht na het zien van een armband van bont:
In 1939 stopte ze met het maken van kunst. Het legde teveel druk op haar. Pas in 1954 begon ze weer in haar atelier te werken. Ideeen te over. Eigenlijk was ze meer een conceptioneel kunstenaar.
Veel van haar ontwerpen werden pas na haar dood uitgevoerd. De werken hebben gemeen dat ze een combinatie zijn van niet bij elkaar passende delen, dus in het verlengde van haar beroemdste werk: de kop en schotel. Ook haar teken- en schilderwerk is niet briljant te noemen.
TAFEL MET KRAAIENPOTEN
RING MET SUIKERKLONTJE
ONTWERP VOOR HALSBAND
Fotografie is een belangrijk element in haar leven gebleven. Even was ze weer in beeld door de röntgenfoto van haar hoofd.
Ze bleef een sterke vrouw die een voorbeeld was voor vele vrouwen.
No comments:
Post a Comment