De tentoonstelling is een vervolg op Future Pass 2.0 in 2011. Deze reisde van de Biënnale Venetië door naar Rotterdam en Peking. Er waren werken bij elkaar gezocht die mevrouw Lu de samenstelster '
animetrix noemde. In de werken zag zij een mengeling van strips(animation,vooral Manga) en techniek(machines). De kunstenaars zochten naar een evenwicht tussen tegenstellingen( mens- machine, man-vrouw, mens-dier, dood-leven, etc).
Deze keer zijn door de directeur van het Wereldmuseum, Stanley Bremer, drie kunstenaars bijeengebracht in wiens ontwikkeling hij na de vorige aflevering geïnteresseerd bleef:
OLIVIER PAUWELS (België, 1974)
In zijn werken combineert hij baby's met machines, oorlogtuig of robots. Daaruit spreekt zijn toekomstvisie. Zijn gehelmde baby's ontroeren op het eerste gezicht, maar ze zijn gevaarlijk in hun oorlogsuitrusting. De futuristische machines zijn gemaakt van oude materialen. zo legt Pauwels ook een link tussen verleden en toekomst. Ying yang alom dus: onschuld en gevaar, oud en nieuw, grappig en bedreigend.
|
E40 2010 |
|
RUSSIAN TANK 2010 |
|
COUPE DE VILLE 2011 |
|
|
|
|
|
U37 2011 |
MU LEI(CHINA, 1984)
Hij combineert vrouwenportretten met Stealth- bommenwerpers en onderzeeboten. Deze gaan een strijd aan met natuurlijke en zachte materialen, zoals veren, wolken en haarlokken, en ze verliezen de strijd. Het vrouwelijke wint van het mannelijke. De natuur wint van het oorlogstuig. In zijn techniek combineert hij de techniek van Chinese schilders uit de 13e eeuw met de westerse olieverftechnieken uit het westen. De laatste tijd werkt hij voornamelijk in zwart-wit met soms een rood accent.
De vrouwen hebben allemaal een emotieloze blik. De attributen om hen heen, het rood en haardracht, etc. moeten de blik naar binnen richten, naar de wensen en gevoelens van de vrouwen.
Voor mij leunen ze te dicht aan tegen de perfectie en glamour van de modereclame. Maar pop-art is groot geworden met ontleningen aan de banale uitingen uit de reclame.
|
FEELING AND BEING 2012 (160X130) |
|
FIRE WALL 2010 (160X220) |
|
DELICIOUS 2010 (190X145) |
|
CONVECTION 2010 (160X220) |
YANG NA(China, 1982)
Ook zij combineert klassieke Chinese schilderkunst met Franse en Russische schildertechnieken.
Haar meisjesportretten ogen lief, maar van binnen zijn ze ongelukkig en verward. Geluk zit nie tin gevoelens(die zijn eng) maar in (westerse) luxe (die kan je tonen). Ze begeeft zich op de rand van kitsch door de uitbeelding van de meisjes: grote ogen, valse wimpers, volle rode lippen(getuit) en een porseleinen huid. Toch overheerst de leegte in hun blik.
Ze is de meisjes gaan combineren met dierlijke elementen. Ze noemt deze Hu'nimals.
Haar werken combineren lieflijkheid met duisternis, droom en werkelijkheid, mens en dier.
Haar techniek is adembenemend. Ze zegt dat een oog haar anderhalve dag werk kost. Als je de werken ziet, geloof je dat onmiddellijk. In een werk worden velerlei technieken gecombineerd.
|
DREAM BOAT 2011 (190X145) |
|
GOLDFISH 2013(160X300) |
|
HAPPY FAMILY 2011 (190X250) |
|
DREAMING OF A MERMAID 2008 | 460X180! |
|
SCENERY IN THE DARK 2013(130X110) |
|
HU'MINAL CATS 2013 (60X20X20) |
No comments:
Post a Comment