Zoals ieder jaar is er de presentatie van werk van jonge kunstenaars die geselecteerd zijn voor de VBKprijs. De voorgaande aflevering was pover en karig. Nu is er afwisselend werk van hoog niveau te zien.
De winnaar, Ozgur Kar (1992, Turkije), viel ook al positief op bij dezelfde presentatie in de Rijksacademie. Zijn werk bestaat uit een gebogen rij versterkers tegenover een groot digitaal scherm.
Er is een bewegende tekening van een naakte jongen die tegen ons praat via de versterkers.
Philip Vermeulen(1986, NL) ziet zijn werk TLLlLT (2020) opgesteld in een ronde, geluiddichte kamer. Dit omdat zijn installatie, gestapelde tl-balen, een enorme herrie maakt. Dat zou de rust storen van de bezoeker die alleen voor een werk van Rothko zit om het werk op zich te laten inwerken.
Isabelle Andriessen (1986, NL) was ook te zien in Tilburg bij de beelden in de Oude Warande.
Zij maakt installaties die bestaan uit synthetische materialen die zo bewerkt zij dat ze organisch reageren, Ze smelten, groeien, ontwikkelen mossen. Aan het eind van de expositie zal het werk er heel anders uit zien dan in het begin. Het concept is sterk, visueel biedt het weinig.
Hetzelfde geldt voor Wouter Paijmans (1991, NL). Conceptueel is zijn werk ijzersterk. Hij stelt de confectie-ndustrie centraal en maakt van T-shirts, gewatteerde jasjes zijn Confectieschilderijen door de kledingstukken zo te rangschikken dat hun eigenlijke functie verdwijnt. Hij onderzoekt wanneer gewone zaken kunst worden.
No comments:
Post a Comment