My Blog List

Monday, February 22, 2016

DANA LIXENBERG & MARTIN ROEMERS IN HUIS MARSEILLE.

Het lijkt erop of er een goed overleg is geweest tussen de twee fotomusea in Amsterdam. Foam richt zich vooral op het verleden met overzichtstentoonstellingen van grote namen uit de geschiedenis van de fotografie, zoals nu met Francesca Woodman (1958-1981, USA).


 Huis Marseille concentreert zich vooral op hedendaagse fotografie met het accent op Nederlandse fotografen. Nu zijn er werken te zien van Dana Lixenberg (1964, Amsterdam) en Martin Roemers (1962, Oldehove).
Hun werken zijn bijna tegengesteld te noemen. De een portretteert mensen uit een wijk met natuurlijk licht, een ouderwetse camera en veel gevoel en begrip. De ander richt zijn camera op de dynamiek van de megasteden op vijf continenten.

Dana portretteert bewoners uit de wijk Imperial Courts in Los Angeles. Ze startte in 1993 vlak na de rellen die het gevolg waren van de vrijspraak die de vier blanke agenten kregen hoewel ze Rodney King hadden mishandeld. de sfeer in de wijk was zeer gespannen en blanken waren allerminst welkom in de wijk. Langzamerhand won ze het vertrouwen van de bewoners. Die lieten zich portretteren door Lixenberg die werkt met een een grootformaatcamera. De foto's zijn prachtig. Tot 2015 is ze regelmatig teruggegaan naar de bewoners. Daardoor heeft ze drie generaties gefotografeerd en zo hun veelbewogen levens vastgelegd. Drugs, misdaad, moord, verdwijningen en zwangerschappen zijn niet aan de wijk voorbijgegaan. De foto's tonen een oprechte, humanistische interesse in de mensen.



TOUSSAINT 1993

CHINA
Martin Roemers is geïnteresseerd in de invloed van megasteden op het leven van de mensen.
Hij kiest zorgvuldig een standpunt, bij voorkeur waar het (snel)verkeer stilstand ontmoet.
Vanuit een hooggelegen standpunt fotografeert hij met een lange sluitertijd wat er op de kruising onder hem gebeurt.
HUAN SHI ROAD GUANGZHOU

KOLKATA CALCUTTA

SAIFEE JUBILEE STR MUMBAI


ISA GENZKEN - MACH DICH HUBSCH in STEDELIJK AMSTERDAM

In een promo-filmpje voor deze  tentoonstelling doet  kunstkenner Wim van Krimpen een opmerkelijke uitspraak. Staande voor een van de foto's uit de reeks Oren zegt hij dat hij onmiddellijk ziet dat dit het werk van een kunstenaar is. Helaas zegt hij er niet bij waarom. Hij is een van de vele kunstgoeroe's die het werk van Isa Genzken (1948, Duitsland) roemen.
Dwalend door de zalen waarin een niet-chronologisch overzicht van haar oeuvre is te zien krijg ik de neiging om te roepen dat dit te veel en te slecht is. Haar installaties lijken willekeurig opgebouwd te zijn, ze zijn zo bouwvallig dat je ze niet van dichtbij mag bekijken. In de installaties zijn diverse diorama's verwerkt op zo'n kleine schaal dat je ze alleen van dichtbij kan bekijken maar dat mag niet.
Er draaien twee films die zij heeft gemaakt. Een gaat over haar grootouders, de ander is komisch bedoeld. Daarin speelt ze zelf een dokter. Het is van een hemeltergend amateurisme.
De foto's Ohren horen bij haar onderzoek naar geluid. In de zaal hangt ook een zeer uitvergroot trillingenweergave, zoals ieder die kan oproepen wanneer hij muziek wil bewerken. Ook haar wereldontvanger staat er en beeldjes van beton in de vorm van een radio met een antenne er boven op. Wat een fantasie, wat een conceptuele rijkdom.
Haar kunstboeken lijken als twee druppels wate rop de schoolagenda's uit de jaren zeventig, vol foto's en knipsels en tekstjes.
Dat zie ik natuurlijk verkeerd. De kunstgoeroes zullen in een woordorkaan bewijzen dat dit kunst is, ja zelfs grote kunst. Het werk is voor mij een illustratie bij het sprookje 'De Kleren van de Keizer.
Een van de installaties uit de reeks SCHAUSPIELER
Het werk verliest het op alle fronten van bijv. Thorsten Brinkmann.

Een deel van de reeks WOLKENKRABBERS 
 Maar dan sta je voor een werk uit de  NEFERTITIE -serie.

Dan ineens zie je dat ze wel degelijk gelaagd werk maakt. Het gaat om de vercommercialisering van kunst. Het gaat om de massaproductie, het gaat om inhoud, het gaat om zien en het gaat om humor.

Haar 2D werken zijn sterk. Ook hier zie je dat ze in reeksen werkt, maar de variatie heeft zin.
De uitvergrotingen van foto's die zorgvuldig zijn opgebouwd. De gebroken spiegelingen maken het kijken een fascinerende belevenis. De middelen zijn even eenvoudig als bij haar installaties, maar ze tonen waar het om gaat en zijn goed gemaakt.


 De toppers zijn voor mij de serie LAMPEN. Geschilderd naar negatieven, waardoor de lampen zelf het licht zijn. Een pracht omdraaiing. Nu begrijp ik waarom de eerste aankoop van mevrouw Ruf dit werk was.
ZWEI LAMPEN, 1994