My Blog List

Thursday, November 25, 2010

DIX & CO: TE WAAR OM MOOI TE ZIJN

OTTO DIX (1891-1969) is een van de belangrijkste 20-eeuwse kunstenaars van Duitsland. Zijn werk wordt wel Kritisch Realisme genoemd. Zijn docentschap aan de Kunstacademie in Dresden heeft ervoor gezorgd dat hij vele navolgers kreeg, vooral oud-leerlingen. Hij legde de nadruk op het tekenen als voorbereiding op het schilderwerk. Daarbij moest men werken naar echte mensen. Ook het zelfportret zag hij als een belangrijk studiepunt. Voor de academie verzamelde zich mensen die graag model wilde zijn. Daardoor zie je diverse personen op meerdere werken terug. Het realisme moest kritisch zijn, dat wil zeggen commentaar geven op de (mis)toestanden in de maatschappij. Er heerste zeker in de beginjaren na WO 1 een uitgesproken communistische sfeer.
Het realisme betekende niet dat de werkelijkheid exact moest worden weergegeven. Het kritisch element vroeg om een expressionistische weergave.
De fascisten deden Dix en zijn navolgers in de ban. Toch vluchtte Dix niet. Hij schilderde in de jaren van Hitler keurige landschappen, om na de oorlog terug te komen met felle protesten, al waren ze wat tandlozer.
In de schildertechniek greep hijzelf terug op oude technieken. Eerst een temperalaag, dan de tekening, de hoofdkleuren en daarna de ophogingen. Ook veel van zijn leerlingen namen dat over.



DRIE PROSTITUEES (1925)

BERTOLD BRECHT (1926)

DRIE WENSCHES (1926)

VROUW OP EEN LUIPAARDVEL (1927)


ZELFPORTRET METMODEL

DE SCHILDER AAN HET WERK





BORDEELSCENE (1930) -RUDOLF BERGANDER (1909-1970)

WERKELOZE HAVENARBEIDER (1932)- HEINZ HAMISCH

PORTRET VAN DE ARCHITECT BURCKHARDT (1930) OTTO GRIEBEL(1895-1972)

ZELFPORTRET (1936) -CURT QUERNER(1904-1976

PORTRET- LEA GRUNDIG(1906-1977)

DUBBELPORTRET DIX & GUNTHER
(1920) - KURT GUNTHER (1893-1955)

NAAKT- KURT GUNTHER

LIEFDESPAAR(1928)- KURT GUNTHER

RUDOLF DISCHINGER (1904-1988)

Wednesday, November 24, 2010

FIERET, HEYBOER EN TICHY

november 2010

Het is altijd een genoegen om het Fotomuseum in den Haag te bezoeken. Daar verrassen ze je vaak met verrassende exposities. De drie fotografen die ze nu bij elkaar hebben gebracht hebben veel gemeen.
- Het zijn opgeleide fotografen,
- Geld interesseert hun niet,
- Ze gebruiken slecht materiaal of verwaarlozen het.
-Ze delen een obsessie voor vrouwen.
De beroemdste van hen is Miroslav Tichy(1926). Met zelfgebouwde camera's bespiedt hij vrouwen die hij fotografeert.
Zijn armoedig onderkomen telt tientallen opnamen. Belichting, kadrering, scherp stellen interesseren hem niet.
Een buurjongen zag de foto's en bracht ze in de buitenwereld. De foto's zijn zeer in trek bij verzamelaars.

CAMERA
Z.T.
Z.T.

Gerard Fieret (1924-2009) verliet de academie als schilder en tekenaar. In de jaren zestig begon hij als een gek te fotograferen.
Alles in zijn omgeving werd gefotografeerd. Vooral jonge vrouwen, die hij vroeg naar zijn atelier te komen. De ongedwongen, bijna voyeuristische foto's hadden succes. Hij fotografeerde graag met wegwerpcamera's of met gebruikte of verouderde filmpjes. De foto's bewaarde hij onzorgvuldig en de negatieven propte hij in jerrycans. Paranoia deed hem zijn werk voorzien van stempels en handtekeningen dwars door de voorstellingen heen. Eind jaren zeventig hield het fotograferen op.
Hij leefde als kluizenaar in een tuinhuisje, waar het een grote rotzooi was. Na zijn dood werden vele nog niet afgedrukte fimpjes teruggevonden. Aangezien hij zijn hele nalatenschap aan het museum schonk, zal daar over enige tijd nieuwe Fierets te zien zijn. Zijn werk brengt in de kunsthandel veel geld in het laatje.
ZELFPORTRET
Z.T.
Z.T.

Anton Heyboer(1924-2005) besloot in de jaren zeventig om zich ver buiten het stadsleven te vestigen. In de jaren vijftig en zestig had hij aardig wat verdiend met zijn schilderijen en prenten. Hij kocht een paar kleine Hasselblatts en legde de totstand- koming van zijn kluizenaarsplek in De Ilp vast. Hij bleef fotograferen bij het komen van zijn vier vrouwen met wie hij een commune vormde en die hem hielpen bij zijn werk.
ERF DE ILP
My Living Place

LOUISE BOURGEOIS & HANS BELLMER

november 2010
LOUISE BOURGEOIS werd in 1911 in Parijs geboren. Haar ouders waren tapijtmakers. Al jong hielp zij hen in het atelier. Zij studeerde wiskunde en daarna volgde zij de kunstacademie. In 1938 vertrok zij naar Amerika met haar man. In 1947 begon zij te exposeren met beelden vooral van hout. Pas in de jaren zeventig na de dood van haar man en van haar vader kreeg de kunstwereld weer belangstelling voor haar. Haar werken werden erotisch geladen. Ze kwam naar buiten met haar levensverhaal, dat gretig op haar werken werd gelegd. Haar vader nam zijn maitresse in dienst als dienstmeisje en hield zijn gevoelens voor haar niet geheim. Haar moeder verdronk in de rivier achter haar huis. Louise achtte haar vader schuldig. De haat/liefdegevoelens voor de vader, lees man, maakten haar beelden androgyn. Een samengaan van mannelijke en vrouwelijke elementen. Later voegde ze er aan toe, dat ze graag doeken uitwringt met daarbij de gedachte aan de maitresse en haar vader, die zij beiden ook uit zou willen wringen.
Haar spinnenbeelden noemt zij Maman.
Ze is altijd blijven doorwerken en genoot van de publiciteit. In 2010 stierf zij nadat zij net klaar was met de samenstelling van deze tentoonstelling die eerst in Berlijn en nu in Den Haag is te zien.


Petite Maman

BEELD LB

TEKENING LB


FILLETTE LB

CELL LB

Hans Bellmer(1902-1975) volgde lessen op de Technische Universiteit in Berlijn omdat zijn vader dat wilde. Daarnaast volgde hij de lessen van Georg Grosz die hem aanraadde naar Parijs te gaan. die raad volgde hij graag op om zich zo volledig op de kunsten te richten. Hij nam tekentechnieken over van de surrealisten (frottages, bijv) maar richtte zich vooral op fotografie. Hij ging aan de gang met onderdelen van etalagepoppen en maakte zelf bewegende delen. De onderdelen combineerde hij zo, dat ze erotisch en tegelijk sadistisch leken. Ook hij kreeg met Freudianen te maken die zijn werk zagen als uitingen van een perverse geest.

Vanaf 1953 leefde en werkte hij samen met de schozfrene en depressieve schrijfster Unica Zum. Zij zonderden zich steeds meer af en experimenteerden met hun poppen, maar ook met bondage. In 1975 spronmg Unica haar dood tegemoet. Enige tijd later gevolgd door Hans.

ZELFPORTRET HB

FOTO HB


POUPEE HB


HALVE POP HB

POP HB

De beide kunstenaars zijn beide in de jaren dertig in Parijs in contact geweest met de surrealisten. Maar ze hebben elkaar nooit ontmoet.
Ze zijn nu samen te zien in de tentoonstelling Double Sexus . Volgens het persbericht zijn er overeenkomsten in hun werk:

Lichamen zijn vervormd, ledematen missen of worden juist verdubbeld en mannelijke en vrouwelijke kenmerken smelten samen tot androgyne wezens. In Double Sexus gaat het werk van Bellmer en Bourgeois voor de eerste keer een spannende dialoog aan. Gemeenschappelijke thema’s als vrouwelijke fantasieën, mannelijke angsten, dubbelzinnigheid van geslacht en de zoektocht naar de eigen identiteit sluiten goed aan bij de actualiteit. Door de emancipatie staat de traditionele rol van zowel de man als de vrouw op losse schroeven

Monday, November 22, 2010

KEES VAN DONGEN BOYMANS

november 2010

Het is een succes, de tentoonstelling De Grote Ogen gewijd aan de vooroorlogse jaren van de schilder Kees van Dongen
(1877-1968, Delfshaven). Zoals elke jonge kunstenaar in zijn jeugdjaren trok ook Van Dongen naar Parijs in 1897.Hij verdiende zijn brood als huisschilder en als illustrator.In 1901 trouwde hij met zijn jeugdliefde Guusje. Zij kregen 1 dochter.
In 1905 kreeg Kees de kans om werk te tonen op de Salon. Zijn werk sloot aan bij dat van Matisse. De felle kleuren, de eenvoudige vormen bezorgden hen de groepsnaam de Fauvisten.
Het succes maakte het mogelijk om zijn vrouw naar Parijs te halen. En een nieuw atelier te betrekken in dezelfde straat als Picasso. Het succes leverde hem veel opdrachten op voor portretten. Van Dongen werd een gevierd persoon door de feesten die hij in zijn atelier gaf.
Het betrekken van een atelier naast de Folies Bergères. Hij kreeg daardoor de mogelijkheid elektriciteit af te tappen, Hij werd daardoor een van de eerste schilders die met lamplicht kon werken. De danseressen kwamen graag bij hem op atelier. Zij vormden zijn modellen en gezelschapsdames op zijn feesten.
Het huwelijk hield geen stand. In 1921 was de scheiding. Later trouwde hij nogmaals.Uit dat huwelijk werd een zoon geboren. Zijn vrouw en zoon leefden in Monte Carlo. Hijzelf verbleef in zijn geliefde Parijs. Hij verdiende veel geld met zijn portretopdrachten en zijn naakten. Brigitte Bardot was lang zijn model.
De tentoonstelling is overdadig, er hangt te veel. Het accent valt op Rotterdam en op zijn afbeeldingen van vrouwen.
De titel trekt aan. Alleen de grote ogen zijn niet echt zijn kenmerk. Dat is de zekere wijze waarop de doeken worden opgezet, met vaak het perspectief van onderaf.


1 Hand aan de wang 1910
2
de groene jurk 1908
3 Vrouw op canape 1910

4. Vrouw met zwarte kousen 1912
5. Portret van Mevrouw Jacob 1905


6. Meisje met grote hoed 1925
7.
Zelfportret als Neptunus 1916
8. Tango de L'archange (1922/1935) dit doek hing in het atelier van Van Dongen en reisde mee van het ene naar de andere werkplek. Later heeft hij de voorstelling opnieuw geschilderd.
9. De Zangeres 1908

Wednesday, November 03, 2010

TATE MODERN LONDON

OKTOBER 2010

De Tate Modern is een publiekstrekker van jewelste. Dat begint al bij de entree. De enorme hal waar vroeger de turbines stonden voor de electriciteitscentrale (Bankside Power Station) waarin het Tate Modern gevestigd ligt vol met zonnebloempitten. Een werk van de Chinese kunsteaar Ai Wei Wei. Hij heeft de pitten laten maken van porselein door arbeiders van een fabriek die gesloten is vanwege de mechanisatie. Elk pitje is met de hand gemaakt en twee maal gebakken. Een gigantisch arbeidsintensief werk. Er liggen zo'n 10.000.000 pitjes.


De bedoeling was dat de bezoekers er overheen zouden lopen en zo het handwerk zouden vermorzelen. De directie van het Modern heeft dat nu verboden door het stof dat door die handeling ontstond.

Wei Wei wilde hiermee een statement maken over de ondoordachtheid van deze tijd die om economische redenen handwerk verwerpt.

In de enorme hallen zijn alle grote kunstenaars van de twintigste eeuw te vinden.
Op een etage zijn speciale expo's te zien, dat was nu "The Making of A Myth gewijd aan Gauguin. Regelmatig staat het bordje uitverkocht op de kassa.
In de gratis hallen is het heel druk, veel kinderen en toeristen die aandachtig kijken bijna onmogelijk maken.
Maar wat een rijkdom vertegenwoordigen de werken. De opstelling en de wijze van presentatie is niet optimaal. Een werk als Narcissus van Dali hangt bijna verloren tussen de werken die links en onder en boven het werk hangen.
Een greep
LA FEUILLE DE VIGNE -PICABBIA

SNAIL MATISSE
A BIGGER SPLASH DAVID HOCKNEY
WHITE CURVE 1975 ELSWORTH KELLY
NARCISSUS 1937 SALVADOR DALI
WHITE 1935 BEN NICHOLSON