De Duitse kunstenares
WIEBKE SIEM (1954) werkt graag met alledaagse voorwerpen die zij transformeert in menselijke of dierlijke figuren. Op het eerste gezicht zijn het grappige installaties, soms zelfs wat oubollig. Zo maakte ze huiskamers met meubilair uit de
kringloopwinkels en eigen gemaakte beelden van
deegrollers,
harken,
scheppen, etc.
Ze maakte ook een
kinderkamer met zeer vergroot speelgoed, absurde kinderkleding en een groot vloerkleed van dik textiel. Het kleed verandert vreemd genoeg het perspectief .
Een van haar eerste tentoonstellingen toonde zij kleding. Ze zocht de grens op tussen design en kunst. Ze stuitte op veel onbegrip en afkeuring.
Textiel is nog steeds een geliefd materiaal voor haar beelden die vaak menselijke trekjes hebben.
Het is even wennen, maar dan zie je niet alleen de humor maar ook de perfectie in de figuren. Wiebke Siem toont ons de moeizame wijze waarop we anderen benaderen.