DIE UBERRASCHUNG MUSEUM NO HERO Oostduitse Kunst

Vijf jaar geleden opende het museum NO Hero in Delden zijn deuren voor het publiek.

In het museum is kunst te zien uit de verzameling van de stichter Geert Stienmeijer.

Hij verzamelt o.a. kunst uit de voormalige DDR. Het verraste hem dat de kwaliteit van de  Oostduitse kunst zo goed was. In het westen was geen enkele belangstelling voor wat voor kunst gemaakt werd achter de muur. De kunstacademie in Leipzig heeft van oudsher het vakmanschap van de studenten op de eerste plaats staan. Ook lag/ligt het acccent op figuratief. Dat werd in het westen gezien als ouderwets. Vakmanschap was niet vereist, een kunstenaar moest conceptueel werken.

Ter gelegenheid van het eerste lustrum is dit jaar een overzicht te zien van kunst uit voormalig Oost- Duitsland en de aanzet van de 'nieuwe kunst' die regelmatig in de Nederlandse musea te zien is,

zoals Neo Rauch, Kobe en Scheidel.

 

DORIS ZIEGLER (1949)
DAS KONZERT (1990)
Haar eerste werken toonden de omstandigheden waarin fabriekarbeiders moesten werken.
Na de val van de muur (1989) richtte ze zich op acteurs en muzikanten die in een kleine ruimte spelen.
De voorstellingen bevreemden: de nauwe ruimte sluit hen in, ze dragen kleding en attributen die niet bij elkaar passen, ze zwijgen en kijken beschaamd.

MUZIKANTEN 1993

VOLKER STELZMANN (1940)
STRASSE XX 2011
Veel van zijn werken zijn straattaferelen. De mensen die we in het licht zien, wijken af van het 'gewone' door kleding en kapsel. Sommigen lijken manvrouw te zijn.

TAMARA UND ASSISTENTIN UND MESSENWERFER 2013

SCHWARZ ROT GOLD 2005
Ook hier zien we 

NORBERT WAGENBRETT  (1954)

                                                                  KABARETTISTEN 1995

ANNETTE SCHROTER (1956)
ROZENGARTEN 28 2000

ANGELA HAMPEL (1956)
ZELFPORTRET ALS HOND

 

WOLFGANG MATTHEUER (1927-2004)
SELBST 1979
Aanvankelijk was hij deel van de Oostduitse elite.
In 1988 brak hij met het regime.
Zijn werken laten zien dat hij zeer betrokken was met wat er gebeurde in de maatschappij.

UBERRASCHENDE BEGENUNG  1976

ZWIESPALT 1979

VERGNUGLICHKEITEN (zu Bertold Brecht) 1979

HANS TICHA (1945)
POLIT ZIRKUS 1982
Het heldere kleurgebruik en de gekke figuren lijken te verwijzen naar pop art.
Zelf noemde hij het AGIT POP.  De afkeer van de politiek in de DDR uitte hij via zijn werken.
Al is de symboliek niet altijd even helder.

HERMAN GLOCKNER (1889- 1978)
FORM IN ROT 1975
De invloed van Klee, Kadinsky en Calder is terug te zien in zijn beelden.
De nazi's noemde zijn werk Entartete Kunst.

HUBERTUS GIEBE (1953)
DER SCHAUSTELLER  1992
De massa wil macht en chaos, aangespoord door hun leiders.

ROLF HANDLER (1938 - 2021)
BESCHNEIDUNG DER ENGEL 1987
Een verwarrend schilderij. Een engel knipt een vleugel af als een vorm van besnijdenis.
Links staat een figuur die het niet kan aanzien. Rechts staat een vrouw met een vogel in haar handen te genieten. Wacht ze op haar beurt om de vogel te laten besnijden? Zou het een voorstelling zijn van het Oostduitse regime dat alle mensen kort hield?

WILLI SITTE (1921-2013)
BEDRANGNIS 1991-92
De donkere figuur valt de weerloze vrouw aan.
Hij heeft een monsterachtige uitstraling en de attributen op zijn pak verwijzen naar militaire macht.
Daar tegenover staat de vrouw haar. De uitdrukking op haar gezicht laat een mengeling zien van angst en verzet. Haar rechterarm staat klaar om op haar belager in te beuken. Links heeft ze drie armen.
De bovenste twee zijn groot en sterk en houden het monster op afstand.